Ackerdijkse Plassen
Binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp is dit het meest hoogwaardige natuurgebied. Daarom ook een meer uitgebreide beschrijving over historie en ontwikkeling van dit gebied.
Ligging
De Ackerdijkse Plassen liggen iets ten zuiden van Oude Leede tegen de A13 aan.
Ackerdijkseplassen
Het natuurgebied de Ackerdijkse Plassen bestaat uit meerdere plassen in een weidegebied, en daarnaast uit diverse stukken met bomen en rietmoeras. Hierdoor is het gebied geschikt voor een groot aantal verschillende soorten vogels. Er worden jaarlijks zo’n 100 soorten broedende vogels geteld. Het gebied is in eigendom en beheer bij Natuurmonumenten. NMP draagt hierin haar steentje bij door elke zaterdagmiddag met vrijwilligers onderhoud te plegen in het gebied.
Historie
In de zestiende eeuw nam de vraag naar turf sterk toe door de toenemende bevolking. Eerst werd het veen aan de oppervlakte afgegraven. Toen dat op was, begon men aan het slappe veen in het grondwater, dat moet worden uitgebaggerd en te drogen gelegd. Zo ontstonden, zij het pas in de achttiende eeuw, de Ackerdijkse Plassen. Dat ze niet groter zijn geworden dan ze nu zijn, heeft te maken met het grillige bodempatroon. De turfbaggeraars stootten dan weer hier en dan weer daar op zand of klei en zagen uiteindelijk af van verdere exploitatie. Heel Zuid-Holland lag in die tijd vol met zulke plassen van wisselend formaat, waarvan de meeste in de achttiende en negentiende eeuw zijn drooggemaakt. Dat lot is de Ackerdijkse Plassen bespaard gebleven, en alleen al daarom zijn ze uniek in de verre omgeving.
De naam “Ackerdijkse Plassen” stamt uit de tijd dat alleen de plassen en de bosjes deel uitmaakten van het gebied. Deze waren in 1962 door Vogelbescherming Nederland aangekocht, bij elkaar zo’n 30 hectare. De visser die er woonde en er zijn brood verdiende, mocht blijven op voorwaarde dat hij het terrein enigszins op orde hield. In 1978 werd het reservaat drastisch uitgebreid met grote delen grasland van een voormalig boerenbedrijf. In 1984 verwierf Vogelbescherming Nederland ook het erf en de historische boerderij en kon een eigen beheerder worden aangesteld. Vanaf toen ging het in het gebied vooral om de natuur. Het totale gebied omvat inmiddels 140 hectare. Sinds 2003 is het geheel in eigendom en beheer van Natuurmonumenten.
Bezoeken
De Ackerdijkse Plassen vormen een beschermde vogel-oase.
Het is daarom niet vrij toegankelijk voor publiek.
Maar dat betekent niet dat u er nooit in kunt. Het gebied is in beheer bij natuurmonumenten, en op hun website kunt u de agenda voor mogelijke excursies en wandelingen door het gebied bekijken.
Klik op onderstaande link om direct in de agenda te komen voor bezoeken aan de Ackerdijkse Plassen.
Hoge natuurwaarden en vele soorten
De hoge natuurwaarden zijn vooral te danken aan de verscheidenheid in terreintypen. Zo zijn er de reeds genoemde plassen en moerasbossen, maar ook graslanden, ruigte, rietmoerassen en drasland. Daarbij is er ook nog een grote variëteit aan grondsoorten. Een groot gedeelte van Ackerdijk drijft op een enorme laag veenprut. Gedeeltelijk ligt dit ook aan de oppervlakte, maar er komt ook klei voor in de bovenlaag. Dat is met name het geval op de plaats waar de kreekrug het gebied doorsnijdt. Deze kreekrug is het restant van wat eerst een stroompje was en is ontstaan doordat de veenlagen van de omgeving inklonken (daalden) door ontwatering. De bodem onder de voormalige kreek is opgebouwd uit door het water gedeponeerde klei en zand en bleef op hetzelfde niveau. Daardoor ligt hij nu als een dijkje in het landschap.
Dankzij de verschillende grondsoorten is er een opmerkelijke variatie in boomsoorten. Naast veensoorten als berken, wilgen en elzen, groeien er ook essen, meidoorns, zomereiken, beuken, iepen, hazelaars en lijsterbessen op de stukken waar de bodem uit stevige klei bestaat en wat droger is. Uit de tijd dat er in het bos een zomerhuis stond met een tuin hebben zich enkele vreemdelingen weten te handhaven zoals taxus, paardenkastanje en fruitbomen. Ook komen er enkele stinzenplanten voor zoals zomerklokje en boshyacint. De botanische waarde van de verdere kruidlaag is niet al te opwindend. Die bestaat uit vrij algemene soorten, maar ze horen wel echt bij het terrein: dagkoekoeksbloem en witbol. Maar de hooilandjes worden door de regelmatige maaibeurten en de afvoer van het maaisel wel steeds schraler en daardoor interessanter; soorten als kale jonker, echte koekoeksbloem en reukgras hebben zich al gevestigd. Ook de ontwikkeling van de vegetatie langs de oevers geeft reden tot hoop: daar komen grote watereppe en blaartrekkende boterbloem voor, en holpijp in een sloot waar kwel optreedt. Net als voor het plantenleven is het water ook voor het dierenleven de bepalende factor. Dat begint al met de allerkleinste organismen die zich ophouden in de plassen en sloten. Uit inventarisaties blijkt dat er allerlei soorten watermijten, wantsen, muggen, kevers, bloedzuigers, slakken, watervlooien en spinnen voorkomen.
Al dit leven is de voedselbasis voor dieren van hogere orden. Dat begint met de amfibieën als de groene kikker, bruine kikker, gewone pad en kleine watersalamander, en natuurlijk vissen. Vissen, kikkers, larven en waterkevers worden gegeten door vogels, vooral door de reigers, die een kolonie hebben in het moerasbos. Aalscholvers broeden op het eiland in de Grote Plas achter de boerderij en rond de plas in het noordwestelijk deel van het gebied. Met name in de winter zijn de bomen rond de plassen een geliefde slaapplek voor tientallen zilverreigers. Krakeenden, slobeenden en dodaarzen broeden op of bij het water. In het riet wonen rietgorzen, rietzangers, karekieten, blauwborsten, rallen en roerdompen. Niet alleen water- en rietvogels kunnen er terecht, ook voor allerlei andere vogels is het gebied aantrekkelijk. In het bos is er genoeg dood hout voor spechten, en de bomen zijn hoog en sterk genoeg voor de horst van de havik. Ook de andere soorten Nederlandse roofvogels voelen zich thuis in het gebied. Elk jaar is er wel een paartje boomvalken aanwezig en jaarlijks broedt er een paar kerkuilen; is het niet in de ene, dan wel in de andere boerderij. Er zijn meerdere buizerdnesten. Ook ransuilen vinden nestgelegenheid en voedsel.
Voor de algemenere weidevogels als de kievit, grutto en scholekster zijn de graslanden wat te ruig en te ongelijk om als optimaal broedgebied te dienen (ze broeden er in kleine aantallen), maar in het voorjaar staan er groepen van honderden exemplaren met hun poten in het ondiepe water bij te komen van de lange reis uit het zuiden. De ruige en natte graslanden worden juist wel op prijs gesteld door de zogenaamde kritische weidevogels: kemphaan, watersnip, zomertaling en tureluur.
Broedvogelparadijs
Meer dan 100 soorten van de ongeveer 260 Nederlandse broedvogels staan op de inventarisatielijst. In het winterhalfjaar komen daar nog een groot aantal soorten bij. Beroemd zijn de duizenden smienten, die hier komen overwinteren. Overdag dobberen ze op de plassen en ’s nachts zoeken ze voedsel op de graslanden, ook in de omgeving van het gebied. Iedere winter is de slechtvalk present, soms zijn ze zelfs met z’n tweeën. Hoewel Ackerdijk in de eerste plaats bedoeld is als vogelreservaat, zijn de wildernis en rust ook aantrekkelijk voor zoogdieren. ’s Nachts jagen 7 soorten vleermuizen op insecten.
De waterspitsmuis jaagt onder water op kleine diertjes. Een vaste gast in het gebied is de vos, wat niet door iedereen even gewaardeerd wordt. Broedende weidevogels in het oostelijk weidegebied worden ieder voorjaar tegen de vos beschermd door het plaatsen van een raster met schrikdraad.
Beheer gericht op vogelrijkdom
Het beheer is dus in de eerste plaats gericht op vogels: zo groot mogelijke aantallen en van zo veel mogelijk verschillende soorten. Daarom willen we graag de variatie in biotopen behouden. Wanneer we niets zouden doen, zou het gebied snel dichtgroeien en een eentonig elzenbos worden. Het natuurlijke proces, met een moeilijk woord successie, moet dus worden tegengegaan. Dat kan de mens doen met behulp van maaimachines, maar dieren kunnen dat veel beter. Lange tijd is het grasland in de zomer begraasd door koeien en schapen van een boer. Daarna een lange tijd met Galloway-runderen en Konik-paarden. Zij zorgden met hun pleksgewijze grazen en het her en der laten vallen van hun mest voor veel variatie. Deze dieren zijn goed bestand tegen ons klimaat en kunnen het hele jaar rond buiten blijven. Nadeel is wel dat de weilanden door hun jaarrond verblijf kapot werden gelopen waardoor de weidevogels wegbleven. Daarom is besloten de begrazing te beperken en sinds enkele jaren zijn er weer koeien te zien die het gras kort houden.
Goede resultaten
Dankzij het gevoerde beheer waren de natuurwaarden van het gebied tot de jaren ’90 al sterk toegenomen, maar het kon toch nog beter. Waterplanten waren opvallend afwezig en de bagger kwam op veel plaatsen al boven het water uit. Water en bodems waren troebel en vervuild en hadden niet de kwaliteit die je mocht verwachten in een natuurgebied. De vissen die er rond zwommen waren voornamelijk brasems en karpers, een erfenis uit de tijd van de beroepsvisser. Dat zijn bodemwoelers die het water troebel maakten en een gezond plantenleven in de weg stonden. Een schoonmaakactie was dus hard nodig. Wat er moest gebeuren was het wegvangen van de bodemwoelende vissen en het wegbaggeren van de tienduizenden kubieke meters bagger. De bagger werd opgeslagen in depots in het terrein zelf, waar het kon uitdrogen en inklinken tot een fractie van het oorspronkelijke volume. De aanwezige lichte vervuiling werd in die tijd opgeruimd door de inwerking van zuurstof, zonlicht en bodemleven. Vrijwel direct waren de resultaten van het werk zichtbaar. Het water is helder geworden en vissen die op het oog jagen, zoals snoek en baars, zijn weer teruggekeerd. Tegelijk met het baggerwerk moest worden voorkomen dat vervuild en voedselrijk water opnieuw van buiten het gebied binnen zou stromen. Alle sloten zijn afgesloten met dammen en stuwen. Het terrein heeft een eigen zelfstandige waterhuishouding gekregen, met een natuurlijk waterpeil: in de winter hoog en in de zomer laag. Dit in tegenstelling tot landbouwgebieden waar ’s zomers het peil hoger is om de gewassen goed te laten groeien.
Kwetsbaarheid
Het gebied zelf is goed beschermd en redelijk veilig. Maar het moet geen eiland worden temidden van een verstedelijkte omgeving. Het heeft relaties met de omgeving: vogels die in het terrein broeden of overwinteren, gaan voedsel zoeken in de omgeving, denk maar aan de aalscholvers en de smienten. Andersom komen elders broedende vogels in Ackerdijk foerageren, bijvoorbeeld de lepelaars. Het gebied moet een schakel zijn in een reeks groene gebieden. Ecologisch verbonden zijn met andere gebieden. En juist in die verbindingszones zit het knelpunt. Die komen niet goed van de grond, terwijl de bedrijventerreinen en wegen steeds verder oprukken. Daarnaast zorgen de laag overvliegende kleine sportvliegtuigen voor veel verstoring. Vliegveld Rotterdam The Hague Airport ligt immers op een steenworp afstand. Maar toch is er zo veel mooie natuur te zien en te beleven in het gebied van de Ackerdijkse Plassen.
De Ackerdijkse Plassen beleven
U kunt zelf eens een kijkje nemen. Een fietstocht of wandeling rond het gebied is altijd mogelijk. Er zijn vier goede punten om vogels te kijken. Aan de Ackerdijkseweg is een vrij toegankelijke vogelhut met uitzicht op een van de plassen en de Aalscholverkolonie. Aan het eind van de Ackerdijkseweg staat een kijktoren met uitzicht over het gebied. Aan de oostkant is er een kijkhut in een betonnen silo die bereikbaar is via een pad vanaf het fietspad. Deze hut kijkt uit op een plas met daarin een eiland waarop o.a. kluten broeden. Tot slot is het zuidelijke rietmoeras goed te overzien vanaf de dijk langs de Zweth waarover een smal wandel-/fietspad loopt.
Het gebied zelf is niet vrij toegankelijk. Natuurmonumenten organiseert wel regelmatig excursies in het gebied waarvoor u zich kunt aanmelden. Zie voor meer informatie de site van Natuurmonumenten.
Beheer vanuit NMP
Kom ook helpen met het onderhoudswerk in het gebied gedaan door vrijwilligers van NMP iedere zaterdagmorgen (vanaf 09:00 uur). Vaste jaarlijkse werkzaamheden zijn het weghalen van boompjes in de delen die drassig moeten blijven, het plaatsen van het draadhek om vogelnesten te beschermen tegen vossen en het onderhoud van de paden in het gebied.
(Dit artikel is geschreven met behulp van het boek: “De Ackerdijkse Plassen, Vogeloase in de Randstad” ISBN 9068252380)