Bieslandse Polder
Fietsend over het Virulypad vanaf Pijnacker naar Delft heeft u uitzicht over de biologische boerderij van de fam. Duyndam waar u veelal lepelaars in de sloot en ooievaars op het land kunt zien. Een boer met hart voor de natuur en betrokken bij de ontwikkeling van een meer uitgebalanceerde werkwijze waarin flora en fauna zich kunnen ontwikkelen. Het Krekengebied vindt u aan de andere kant van het fietspad. Voor veel vogels een veilig heenkomen doordat men op afstand moet blijven. Hier overwinteren veel smienten en zijn ook vaak lepelaars te vinden.
Ligging
De Bslandse Polder ligt ingeklemd tussen de Bieslandse Bovenpolder met het gebied van de Delftse Hout aan de zuidwest kant, de Klein-Vrijenbanse Polder met de nieuwe woonwijk Brassershout aan de noordwest kant, het Dobbeplas-Balijgebied aan de noordoost kant en de Noordpolder van Delfgauw aan de zuidoostelijke kant.
Bieslandse polder
Geschiedenis
Biesland was tot 1795 een ambachtsheerlijkheid en in de negentiende eeuw enkele tientallen jaren een zelfstandige gemeente. De Bieslandse Polder maakte daar deel van uit. Hij dateert uit 1450, toen opdracht werd gegeven tot het aanleggen van een kade aan de noordzijde van de polder (nu de Noordkade te Pijnacker). Daarna begon de ontginning van het moerasgebied, er werden drainagesloten aangelegd om het overtollige water af te voeren. Aanvankelijk werd er akkerbouw bedreven, maar al spoedig was de bodem zodanig ingeklonken dat het daarvoor te nat werd en moest worden overgegaan op veeteelt. Aan de Delftse kant van de polder waren enkele groentetuinen aanwezig, wat de bijnaam ‘Kooltuynspolder’ kan verklaren. Vanaf ongeveer 1700 werd in het gebied op grote schaal turf gewonnen. De aldus verkregen brandstof werd vooral gebruikt door fabrieken in Delft. Door de grootschalige veenwinning veranderde de gehele polder in een veenplas. Rond 1775 werden plannen gemaakt het land opnieuw droog te malen. Hiertoe werd het gebied in tweeën verdeeld -de Polder van Biesland en de Bieslandse Bovenpolder- omdat laatstgenoemd gebied flink hoger bleek te liggen. De veeteelt-functie van de polder is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.
Krekengebied
Het Krekengebied maakt deel uit van de Boswachterij ‘De Balij en Bieslandse Bos’ en wordt doorsneden door verschillende wandelpaden. Het is goed toegankelijk en vele wandelaars genieten van dit stukje natuur. De vele menselijke bezoekers lijken de vogels weinig te deren. Er zijn maar weinig plaatsen waar Smienten, Lepelaars, Slobeenden, Zomertalingen en vele andere soorten vogels zich zo goed laten bekijken als hier. Er zijn drie toegangen tot het gebied: één aan de Noordkade, net voorbij de volkstuinen aan de Sportlaan (bij het informatiebord van Staatsbosbeheer), één aan het Virulypad, het fietspad naar de Delftse Hout en één bij de parkeerplaats van Staatsbosbeheer aan de Noordeindseweg, nabij Camping Uijlenburg. Fietsen is niet toegestaan in het gebied, maar een rondwandeling is van harte aan te bevelen.
Het gebied is nog niet zo oud en is pas halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw ingericht als onderdeel van de Randstadgroenstructuur. Toen zijn ondiepe waterpartijen gegraven met flauwe oevers. Bij de aanleg is een klein deel van het gebied ingeplant met bomen en struiken. In het Krekengebied zijn daarvoor boom- en struiksoorten gebruikt die bij natte omstandigheden horen, zoals wilg, els en es. Door spontane vestiging van bomen en struiken is het gebied uitgegroeid tot een bosrijk gebied met open ruimtes. Het Krekengebied is een bijzonder stukje binnen het Bieslandse Bos.
Krekengebied
Een impressie van het Krekengebied van het Bieslandse Bos
Natuurlijke begrazing
Het natte, halfopen karakter van dit deel maakt dat het gebied een natuurlijke schakel vormt tussen het grasland en het bos. De natuurwaarden zijn er door de aanwezigheid van verschillende terreintypen veel hoger dan in de omgeving. Er is niet alleen open water en bos, maar ook alle stadia daartussen komen voor, met name rietruigte en struweel. Een groot deel van het gebied wordt begraasd door Galloway-koeien of soms andere runderen, IJslandse paarden en Soay-schapen. Door de begrazing heeft de vegetatie een fraaie, natuurlijke structuur. De vegetatie bestaat voornamelijk uit wilgen, eiken, essen en elzen en heeft een ondergroei van vooral vlier, sleedoorn, roos en hazelaar. De moeras- en ruigtevegetatie blijft zich positief ontwikkelen met soorten als Kattestaart, Moeras-vergeet-mij-nietje, Koekoeksbloem, Wilgenroosje en Lisdodde.
Zowel moeras-, weide- als bosvogels vinden er een geschikt broedgebied. Volgens inventarisaties door Vogelwacht Delft e.o. zijn 43 vogelsoorten broedgevallen vastgesteld. Opvallende soorten zijn daarbij Krakeend, Tafeleend, Zomertaling, Spotvogel, Rietzanger en Grasmus. De begrazing werkt als een blijvende vernieuwingskuur, hetgeen resulteert in een meer permanente vestiging van ‘pionierssoorten’ als de Bosrietzanger, Fitis, Tuinfluiter en Blauwborst.
Blauwborst
In het Krekengebied loop je zeker de kans de Blauwborst tegen te komen.
Volop Lepelaars en Smienten
Ook weidevogels als de Grutto, Kievit, Tureluur, Scholekster en Zomertaling houden als broedvogel stand, en dit zonder dat de ontwikkeling van het bos stopt, zoals blijkt uit de vestiging van de Roodborst en de Vlaamse Gaai. Beroemd is het Krekengebied om de Lepelaars. In de zomer zijn er bijna altijd wel foeragerende Lepelaars te zien in het ondiepe water. Het komt regelmatig voor dat jonge Lepelaars in het Krekengebied ‘geparkeerd worden’, terwijl de oudervogels in de directe omgeving, bijvoorbeeld in de Bieslandse Polder ten noorden van het gebied, voedsel zoeken. Deze jongen zijn geboren in de kolonie in het Quakjeswater op Voorne, de grootste kolonie van Nederland. Of in 'onze eigen regionale kolonie' aan de (buitenrand) van het Arboretum Heempark, waar je de nesten vanaf het fietspad Lineuspad direct kunt zien. Zodra ze kunnen vliegen, gaan ze naar geschikte voedselgebieden zoals het Krekengebied. In de winter verblijven zeer veel watervogels in het gebied. Vooral Smienten zijn dan opvallend aanwezig met hun fluitende geluid. Verder zijn Wintertalingen, Tafeleenden, Krakeenden en Pijlstaarten te zien.
Vleermuizen in het gemaal
Aan de rand van het Krekengebied komt u nog een stukje cultuurhistorie tegen in de vorm van “het Gemaaltje”. Op de plaats van dit gemaal stond vroeger een windmolen die op oude kaarten vermeld staat als “’t Wipje”. De molen werd gebouwd in 1874 en is helaas in 1925 afgebrand. De molen was nodig voor de droogmaking van een klein deel van de Noordpolder van Delfgauw, ook wel Bieslandse Benedenpolder genaamd. Na de brand in 1925 heeft het Hoogheemraadschap Delfland het door een dieselmotor aangedreven gemaal gebouwd. Het gemaal is thans niet meer in gebruik, de polder wordt bemalen door de “afgeknotte molen” aan de Noordeindseweg te Delfgauw. In 1994 heeft de Gemeente Pijnacker-Nootdorp dit Putgemaal voor het symbolische bedrag van één gulden gekocht van het Hoogheemraadschap Delfland. Na een opknapbeurt is het beheer van het karakteristieke gebouwtje vervolgens overgedragen aan de Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker. Wij hebben het gebouw, de watergang en omgeving vervolgens zodanig ingericht dat flora en fauna hier een kans krijgen. De kelder is geschikt gemaakt als slaapplaats voor vleermuizen. Het is er donker en vochtig en er heerst een constante temperatuur. Op de zolder van het gebouw kunnen vleermuizen ’s zomers verblijven. Ze rusten overdag en jagen in de schemering en ’s nachts in de omgeving. De “brievenbus” die in het raam aan de zijkant zichtbaar is, dient als invliegopening. In de bomen rond het gemaal nestelen steenuiltjes en torenvalken. Op de ruige begroeiing komen veel vlinders af.
De beheerder van het Krekengebied, Staatsbosbeheer, houdt regelmatig excursies in het gebied. Check de website van SBB of houdt u de plaatselijke krant in de gaten.
Dit artikel is geschreven met behulp van de inventarisatierapporten ‘De vogels van Delft en omgeving’ van 1999 en 2000 van Vogelwacht Delft e.o., en de folder ‘Boswachterijen De Balij en Bieslandse Bos’ van DLG, Provincie Zuid-Holland en Staatsbosbeheer.