Skip to main content
NMP landelijk overheidsbeleid Natuur
Overheidsbeleid

Landelijk

Wettelijke bescherming

Welke natuurgebieden beschermd moeten worden, wordt vastgelegd in ruimtelijke nota’s. Maar bij bescherming van natuur en landschap is er ook een wettelijke bescherming nodig voor plant- en diersoorten. De Flora- en Faunawet geeft zowel aan zeldzame en bedreigde als aan algemeen voorkomende soorten bescherming.De wet bouwt mede voort op Europese regelgeving, de Vogel- en Habitatrichtlijn. Dit laatste heeft niet alleen betrekking op bescherming van soorten, maar verplicht Europese landen ook om de leefgebieden van soorten te beschermen. De Flora- en Faunawet beschermt alle in het wild voorkomende zoogdieren, amfibieën, reptielen en vogels en een deel van de in het wild voorkomende vissen, planten en ongewervelden (in totaal gaat het om 250 planten- en diersoorten). De wet verbiedt het om dieren te doden of hun rust- en verblijfplaats te verstoren en legt een zorgplicht op aan burgers.

Er zijn overigens wel uitzonderingen mogelijk. Dit geldt allereerst voor schadelijke dieren. Daarnaast kan de overheid afwijken van verbodsbepalingen bij ruimtelijke ingrepen, door middel van een ontheffing. Een groep bedreigde dieren- en plantensoorten (de zogenaamde ‘rode-lijstsoorten’) wordt overigens door de Vogel- en Habitatrichtlijnen extra beschermd.

Habitat- en Vogelrichtlijn

Twee Europese richtlijnen, de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn, verplichten Nederland niet alleen om soorten te beschermen, maar ook om het natuurlijke leefgebied te beschermen. Die twee richtlijnen geven extra bescherming naast de nationale beschermingswet, de Flora- en Faunawet. Van die wet kan ontheffing worden verleend als geen afbreuk wordt gedaan aan de ‘gunstige staat’ van de beschermde planten- en diersoorten. Voor soorten die in de twee richtlijnen staan, gelden nog extra voorwaarden. In Nederland gaat het daarbij om ongeveer 60 planten- en diersoorten en tevens om alle inheemse vogelsoorten. Voor deze soorten geldt dat slechts ontheffing wordt verleend als er geen andere bevredigende oplossing mogelijk is of als er een in de Flora- en Faunawet genoemd specifiek belang is. Het gaat daarbij om zaken als onderzoek, het onderhoud van waterkanten, oevers en graslanden of dwingende redenen van openbaar belang. Voor vogels kunnen er overigens nooit dergelijke redenen zijn. Voor de precieze invulling die aan de richtlijnen moet worden gegeven, zijn uitspraken van rechters van belang.

“Zo’n stom slakkie”

Hoe een soort een rol kan spelen bij dergelijke uitspraken, bleek bij de aanleg van de A73 bij Swalmen, waar de zeggekorfslak een prominente rol speelde. Die slak wordt genoemd in de Habitatrichtlijn. Het is een soort die van Europees belang is en waarvoor beschermde gebieden moeten worden aangewezen. De soort is overal in West-Europa zeldzaam. Nu staat zo’n soort niet op zich. De aanwezigheid van de slak is nauw verbonden met het landschap waarin hij leeft, in dit geval de elzenbroekbossen. Dit zijn bossen met bronsystemen en kwelstromen, die alleen voorkomen in beekdalen. De zeggekorfslak leeft in de moerasbegroeiing van deze elzenbroekbossen. Het kalkrijke water wat daar omhoog borrelt is van belang voor de moerasplanten. Op die planten parasiteren weer schimmels waarvan de slak leeft. Zo lijkt het voor de buitenwacht te gaan om een ‘stom slakkie’, maar eigenlijk zit daar een heel verhaal aan vast: zo’n slak staat voor een heel ecosysteem. Het is dan ook te gemakkelijk om te stellen, dat bijvoorbeeld de aanleg van een weg of een woonwijk wordt tegengehouden vanwege een paar beestjes. Soorten en hun omgeving zijn niet los te koppelen. Het verdwijnen van één soort kan een indicatie zijn dat een uniek gebied verloren dreigt te gaan. Het verlies van een ecosysteem leidt altijd tot het verdwijnen van soorten.

Er komt nieuwe wetgeving aan. De Wet natuurbescherming zal in 2017 de huidige natuurwetgeving (de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet, en de Boswet) vervangen. Deze nieuwe wet bevat regels voor de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten en de belangrijkste natuurgebieden in Nederland.

Veel meer informatie tref je op de site van de Rijksoverheid.

De uitvoering van het natuurbeleid dat door het Rijk wordt gemaakt, is gedelegeerd naar de Provincies.